Leerlingen kunnen problemen hebben waardoor ze zijn aangewezen op extra zorg, begeleiding en/of voorzieningen. De wet Passend Onderwijs verplicht scholen de aangemelde leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte zelf binnen de school een passende plek te geven of voor de betreffende leerling een passende plek elders te vinden.
Leerlingen worden toegelaten als de school voldoende voorzieningen in huis heeft om adequaat tegemoet te komen aan de specifieke hulpvragen. Dit geldt zowel voor de fysieke omgeving als voor orthopedagogische en didactische eisen die uit de hulpvraag voortvloeien. Indien er sprake is van een problematiek waardoor de veiligheid van de leerling zelf of die van medeleerlingen en/of personeel in het geding komt, wordt de leerling niet toegelaten.
OPP
Na toelating krijgen deze leerlingen begeleiding bij hun specifieke problemen. De mentor stelt in samenwerking met de ambulant begeleider en de ondersteuningscoördinator een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op voor deze leerlingen.