Overgangsregeling en niveaubepaling

In onze visie op het onderwijs hebben we vastgelegd dat het Beekdal Lyceum leerlingen gedurende hun schoolloopbaan een aantal zaken mee wil geven.

Leerlingen die onze school verlaten:  

  • Zijn in het bezit van meer dan voldoende parate kennis 
  • Zijn meer dan goed voorbereid op het hoger onderwijs
  • Hebben zich ontplooid tot fantastische mensen: 
    • Kunnen hard werken
    • Gaan voor zichzelf en hebben oog voor de ander
    • Kennen zichzelf en voelen zich verantwoordelijk voor hun daden 
    • Zien, zoeken en pakken kansen 

 
De overgangseisen passen bij deze doelstellingen. De voortgang in alle doelstellingen telt mee voor de bepaling of: 

  • Een leerling is bevorderd naar een volgend leerjaar (bevorderingseisen); 
  • De leerling wordt verder opgeleid voor een havo- of een vwo-diploma (niveaubepaling). 

 
Uitgangspunt
Met betrekking tot de niveaubepaling, weten wij dat de ontwikkeling van een leerling niet via een rechte lijn verloopt. Er zijn periodes van gelijk blijven en periodes van groeisprongen. Dat geldt voor het fysiek van de leerling en voor de verstandelijke ontwikkeling. Wij nemen daarom in eerste instantie het advies van de basisschool als uitgangpunt en de zorgvuldige voorlopige adviezen die wij de leerling gedurende hun jaren in de onderbouw hebben gegeven. Is éénmaal een definitief advies gegeven (dat kan nu in leerjaar 2 of 3) dan wijken we daar alleen nog vanaf bij onverwachte ontwikkelingen. 
 
Op basis van het bovenstaande zijn de volgende criteria opgesteld die leidend zijn in het definitieve advies van de docentenvergadering. 


Niveaubepaling in de onderbouw

  • Een leerling gaat van een havo-klas naar een vwo-klas in het hogere leerjaar wanneer de leerling voldoet aan de bevorderingsnorm én tijdens de overgangsvergadering een definitief vwo-niveau-advies krijgt. 
  • Alle vakdocenten van de leerling, met uitzondering van het vak LO, brengen vooraf individueel een advies uit. Docenten LO geven schriftelijk feedback op het functioneren van de leerling binnen hun vak.
  • Als een leerling eerder in het schooljaar een voorlopig advies vwo heeft gekregen, neemt de overgangsvergadering dit advies over, tenzij twee derde van de overgangsvergadering kiest voor een ander advies.  
  • Voorlopige-niveau-adviezen worden gegeven in een vergadering aansluitend op toetsweek 2 (klas 2 en 3) en toetsweek 3 (klas 1). 

 

De overgangsvergadering baseert het advies op:

  • Het advies en overige gegevens van de basisschool
  • De mate van het tonen van inzicht in de gevolgde lessen en de gemaakte (RTTI-)toetsen
  • De mate van de ontwikkeling van reflectie, zelfstandigheid, abstraheren en tempo, en de executieve vaardigheden, verantwoordelijkheid nemen, zelf initiatief nemen, zelf plannen en effectief leren 
  • De mate van een brede ontwikkeling, het kunnen opbrengen van een ‘langere’ spanningsboog, de wens om te willen leren, uit te willen zoeken en kennis op te nemen
  • De mate waarin een leerling combineert en informatie integreert, verbanden ziet en overzicht heeft
  • Het perspectief op een vwo-diploma
  • De behaalde resultaten